Het carpaletunnelsyndroom kan tintelingen, pijn of een doof gevoel veroorzaken in de vingers, duim en handpalm. De klachten kunnen in de gehele hand voorkomen en soms uitstralen naar de onderarm.
Wat is het Carpaal Tunnel Syndroom?
Aan de binnenzijde van de pols bevindt zich een tunnel, ook wel de carpale tunnel genoemd, waar een zenuw en pezen doorheen lopen. Deze tunnel functioneert als doorgang voor de zenuw en pezen naar de hand. Als de carpale tunnel te nauw wordt, kan de handzenuw bekneld raken, wat het carpaletunnelsyndroom veroorzaakt.
Het carpaletunnelsyndroom komt vooral voor bij:
- Vrouwen
- Zwangere vrouwen
- Mensen tussen de 40 en 60 jaar
- Mensen met reuma, diabetes, overgewicht of een slecht werkende schildklier
Oorzaken van het Carpaal Tunnel Syndroom
De carpale tunnel is van nature nauw, waardoor een kleine zwelling al voldoende kan zijn om de handzenuw te beknellen. Zwelling kan door verschillende oorzaken ontstaan, zoals:
- Langdurig de hand naar voren of achteren gebogen houden
- Herhaalde bewegingen met de hand of pols (zoals typen)
- Blootstelling van de polsen aan trillingen (zoals bij het werken met een drilboor)
Er is geen eenduidige oorzaak voor het carpaletunnelsyndroom, maar enkele bekende factoren zijn:
- Botbreuk of artrose
- Zwelling van het glijweefsel
- Ziekten zoals diabetes, schildklieraandoeningen of reumatische aandoeningen
- Vochtophoping, bijvoorbeeld tijdens de zwangerschap
symptomen van het carpaletunnelsyndroom
De symptomen worden veroorzaakt door de beknelling van de zenuw in de pols. De klachten bestaan vaak uit een pijnlijk, tintelend of doof gevoel in de hand en vingers, vooral in de duim, wijsvinger, middelvinger en ringvinger. Symptomen treden meestal op tijdens activiteiten of ’s nachts. Mensen met het carpaletunnelsyndroom kunnen ook minder kracht in de hand ervaren en mogelijk voorwerpen laten vallen.
Om klachten te verminderen, kunt u regelmatig de handen bewegen zonder deze te belasten. Enkele oefeningen zijn:
- Een vuist maken
- Met de hand wapperen
- De polsen strekken en buigen
- De vingers strekken en spreiden
Hoe kan fysiotherapie helpen?
Fysiotherapie kan zeker helpen bij het carpaletunnelsyndroom. Een fysiotherapeut kan u adviseren over uw werkhouding en hoe u bepaalde belastende bewegingen kunt vermijden. Daarnaast kan een fysiotherapeut de pols intapen om de pijn te verlichten.
Behandelingen bij het carpaletunnelsyndroom
zijn verschillende behandelmogelijkheden voor het carpaletunnelsyndroom:
- Injectie: Een arts kan een injectie met ontstekingsremmers geven. Hierdoor verminderen de klachten vaak of verdwijnen ze zelfs tijdelijk.
- Spalk: Het dragen van een spalk kan klachten verminderen. Het is belangrijk om deze elke nacht en zoveel mogelijk overdag te dragen. Na vier weken zouden de klachten aanzienlijk moeten verminderen.
- Afwachten: Soms kan ervoor gekozen worden om af te wachten, omdat de klachten vanzelf kunnen overgaan, vooral bij zwangere vrouwen.
- Operatie: Als andere behandelingen niet effectief zijn, kan een operatie overwogen worden om de klachten te verlichten.